Het kan nog wel.

Ik sta voor een verkeerslicht. Velen noemen het een stoplicht. Vreemd. Aangezien bij groen je door mag rijden. Een draaideur draait, een stofzuiger zuigt, een wiel draait in het rond om maar wat te benoemen. Dus waarom een verkeerslicht als stoplicht door het leven gaat? Enfin, ik staar over de kruising en aan de overzijde zie ik een man op een elektrische fiets over het fietspad naderen. Gepensioneerd. Dat zie ik in één oogopslag. Zijn vrouw volgt. Op zo’n 30 meter afstand. En dat al gedurende de afgelopen 15 kilometers. Vroeger droegen fietstoeristen van gevorderde leeftijd dezelfde jas. Zelfde kleur, hij het mannenmodel en zij het vrouwenmodel. Daar werd echter de spot mee gedreven. Dus dragen ze nu ieder een andere jas. Om niet teveel op te vallen. Wel hebben ze hetzelfde model elektrische fiets. Met identieke fietstassen. Met het kleine verschil dat de tas bij hem aan de rechterzijde van de bagagedrager hangt. Bij haar aan de linkerzijde. Enkelen fietstoeristen dragen een fietshelm. Het liefst fluorescerend neongeel. Voor de veiligheid. Mits het kapsel er niet van in de war raakt. Je ziet de mannen nog nagenieten van het voordeeltje van 100 euro korting dat ze indertijd verworven hebben bij de alles-in-één-koop. Terug naar het kruispunt; ik zie dat de man geenszins van plan is te stoppen voor het rode…verkeerslicht. Halverwege bij het oversteken buigt de man lichtjes achterom om zijn vrouw toe te roepen ‘dat het nog wel kan’. De vrouw volgt blindelings haar man. Zoals ze dat al jaren doet. Automobilisten moeten vol in de ankers voor de overstekende vrouw. Rustig en met een blik dat de wereld van hun is fietst het oudere echtpaar verder. De vrouw op gepaste afstand van de man. Alsof er niets gebeurd is. Bij La Place staat de welverdiende koffie met een appelpuntje te wachten. Opschieten geblazen dus!

Ik zit vrijwel iedere dag op de weg. Dat hoort bij mijn vak als buschauffeur. Ik rij in de stad en door de streek. De ene dag stuur ik zo’n zes uur over ’s-lands wegen en de andere dag bijna 9 uur. Ik neem mijn verantwoordelijkheid voor het veilig en comfortabel vervoer van de vele passagiers die plaats nemen in mijn bus. Ik zorg er voor dat de bus waar ik mee rijd zonder schade dan wel defecten de dienst uitrijdt. Ik voorkom verkeersconflicten door tijdig te anticiperen op een situatie. Zo langzamerhand kan ik mij een redelijk ervaren chauffeur noemen.

Maar ook iedere dag ben ik wel verbaasd. Verbaasd over de vele fietsers die een rood licht negeren. Verbaasd over de vele fietsers die, nog even snel de weg oversteken. Verbaasd over de fietskoeriers en maaltijdbezorgers die tegen het verkeer in fietsen terwijl ze op hun mobiele telefoon de route checken. Verbaasd over pubers die met hun fiets wheelies maken. Echte binken checken dan tegelijkertijd het laatste appberichtje. Verbaasd over de amateur wielrenners die kruisingen overdwars oversteken. In een sneltreinvaart. Opa’s en Oma’s die met hun kleinkinderen op stap zijn en laten zien dat door rood fietsen heel normaal is (!?). Maar nog meer ben ik verbaasd over de berichtgevingen over organisaties die alarmerende berichten het land insturen over de vele gewonden en overleden fietsers in het steeds drukker wordende verkeer.

In geen enkel geval verwijst de alarmerende organisatie de schuld naar de fietsers. In een onlangs verschenen artikel (11 juli, bron: NOS) vragen deskundigen zich af of de oplossing wel bij de fietsers gezocht moet worden. Ik ben geen deskundige. Maar mijn antwoord lijkt mij duidelijk. Op 1 mei jongstleden verscheen een artikel van een zogenaamde wegkapitein van de NTFU, de wielersportbond voor de sportieve fietser. In dit artikel vertelt de wegkapitein Jeffrie dat slechts enkele zich als een hork in het verkeer gedragen. Waarbij de conclusie al snel is gemaakt dat het overgrote deel zich blijkbaar keurig netjes gedraagt. Ik denk dat Jeffrie de teugels van zijn fietshelmpje iets te strak heeft aangetrokken en de werkelijkheid door elkaar haalt. De oplossing voor het groeiende probleem van ongevallen met fietsers is simpel. Voor rood stop je. Bij groen kijk je links, rechts en waag je de oversteek. Sla je af, kijk je achterom over je schouder. En als het veilig is vervolg je je weg. De deskundigen zitten achter hun bureau te staren naar de cijfertjes en zullen er wel een andere visie er op los laten.

Op die fiets dus.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

19 − twee =